Hans Löb

Broeder Isaac en Zuster Augusta

Hans Löb: Was in mei 1942 ondergedoken in de trappistenabdij in Echt. Hij vertrok daar op 4 augustus, omwille van de veiligheid van de abdij. Hij wilde graag naar Frankrijk vluchten maar ging eerst bij de abdij Koningsoord langs om te horen wat er met zijn broers en zussen was gebeurd. Tijdens zijn vlucht naar Frankrijk werd hij op 7 augustus opgepakt en in Haaren (Brabant) vastgezet.

Op 28 augustus werd hij naar Westerbork gebracht en drie dagen later op transport gezet naar Auschwitz. In Cosel stopte de trein en werden jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar uit de trein gehaald  en werden in vrachtwagens naar een kamp in de buurt van Cosel gebracht.

Daar moesten zij werken in een fabriek of in de wegenbouw. Hans werd steeds ergens anders tewerk gesteld terwijl er veel gevangenen stierven door te weinig eten en het zware werk. Hij kwam ook in Blechthammer terecht. Vanwege een optrekken Russisch leger vertrokken er 4000 mensen te voet onder barre omstandigheden naar Goss-Rosen. Het werd een dodenmars van 14 dagen. Er kwamen maar 1200 mensen aan in Goss-Rosen. Na vier dagen, in open kolenwagens vervoerd te zijn naar Buchenwald overleed Hans daar op 20 februari 1945.

In al deze kampen probeerde Hans om voedsel te vinden of dingen uit zijn eigen mond te sparen voor de zwakste onder hen.