Walter Adolf Stern

Naambordje: Jeroen van Leijsen, tekst: Emile Rijpert

Walter Adolf Stern werd op 1 juli 1903 in Mönchengladbach geboren. Hij trouwde met Klara (Clair) Gomperts. Het paar kreeg een zoon: Rolf Peter. In de jaren '30 verhuisde het gezin naar Goch, waar Walter Adolf fabrikant was in de leerfabriek van zijn opa. Op 29 oktober 1939 vluchtten ze naar Nederland en kwamen in Breda terecht. Het adresboek van Breda vermeldt hen op het adres Julianalaan 13 met als beroep leerfabrikant.

Op 5 september 1940 komen ze naar Ginneken (bij Breda) om zo bepalingen van een vreemdelingencirculaire te ontlopen. In september 1940 verhuizen ze gedwongen tijdelijk naar Waspik. In 1941 kunnen ze weer terug naar Breda. Een lijst met 212 namen wordt door de burgemeester van Breda op 21 augustus 1942 naar Amsterdam gestuurd. Dan komt daaruit een lijst uit Den Bosch naar de Bredase politie met daarop de namen van Klara, de vrouw van Walter, en hun zoon Rolf Peter. Dat was op 26 augustus 1942.

Na de oproep die zij ontving ontneemt Klara Gomperts zich van het leven door gasverstikking. Walter Adolf zat toen al enige weken gevangen. Klara komt zo op een lange lijst van oorlogsslachtoffers die door zelfdoding stierven. Walter wordt op 13 augustus naar Kamp Amersfoort overgebracht. Hij kreeg daar een nummer. Namen werden verder niet meer gebruikt. Als "Häftling" droeg hij afgedankte kleding en schoenen werden omgeruild voor klompen. Gevangenen werden aan het werk gezet. Dat was voor Joodse gevangenen veelal zwaar fysiek werk. Deze groep was ook het mikpunt van ernstige mishandelingen. Na elf dagen ging Walter Stern op 24 augustus op transport naar Mauthausen. Na vijf dagen komt hij daar op 29 augustus aan. Hij overleed op 5 september 1942 in Mauthausen. Zoon Rolf Peter overleed op 23 juli 1943 in Sobibor. In Goch (D) werden voor alle drie Stolpersteine geplaatst.

Bronnen: J. Bader Kroniek van 'n Vervolging, Joods Monument, Stadsarchief Breda, Kamp Amersfoort