Robert Cosman

Huidige bewoners nr 7

Het gezin Cosman woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog op Blasiusstraat 7 I in Amsterdam.

Robert Cosman was nog maar een baby toen de oorlog uitbrak. Vrede heeft hij niet mogen meemaken, want hij is slechts 3 jaar oud geworden. Voor de ouders moet de dood van hun zoontje verschrikkelijk zijn geweest. Ook omdat zij het jaar ervoor al een slag te verwerken hadden gekregen toen zijn kleine broertje Herman was overleden. Herman was een baby van nog maar twee maanden oud.

Hiermee waren de verschrikkingen van de oorlog voor het gezin Cosman nog niet voorbij. Moeder Clara werd  via Westerbork gedeporteerd naar Sobibor, waar zij in 1943 werd vermoord. Wat er met de vader en een mogelijk broertje of zusje van de jongetjes is gebeurd, of zij de oorlog al dan niet overleefd hebben, kan niet worden vastgesteld.

Wat opvalt is dat de broertjes Herman en Robert zijn overleden in Amsterdam, niet in een concentratiekamp. Dat betekent dat zij niet zijn gedeporteerd, maar onder tragische omstandigheden hier, in Amsterdam, zijn overleden. Wat de jongetjes is overkomen, vertelt het verhaal niet. Maar het is algemeen bekend dat de levensomstandigheden voor Joodse gezinnen snel verslechterden vanaf 1940. Voedseltekorten, gebrek aan medische zorg, isolatie, leidden soms tot het overlijden van jonge kinderen, zeker baby’s.

Op 4 mei zullen wij alle slachtoffers van oorlogen en geweld, en specifiek de familie Cosman, herdenken.