Duifje Lierens-Pinto
Geboren:
Amsterdam,
Vermoord:
Sobibor,
Bereikte de leeftijd van
55 jaar
Ruyschstraat 32 beletage, Amsterdam
Op 18 augustus 1987 wordt Duifje geboren in Amsterdam. Haar ouders Nathan Pinto en Branca Dooseman zijn dan al 44 en 41 jaar oud. Duifje wordt vernoemd naar haar oma van vaders kant, net als haar oudste zusje dat 4,5 jaar eerder op 2-jarige leeftijd is overleden. Het gezin bestaat verder uit Josua van 13, Salomon van 9, Keetje van 5 en Sara van 2. Als Duifje ruim 2,5 is, krijgt ze nog een zusje: Mietje. Het gezin woont op Sint Anthoniesbreestraat, Salamandergang 44. Duifje’s vader is venter. Hij overlijdt als Duifje 14 jaar is.
Op 19 juni 1912, trouwt Duifje met de één jaar jongere Nathan Lierens die werkzaam is als broodbakker. Binnen een jaar wordt hun dochter Reina geboren, in maart 1916 gevolgd door zoontje Jozua. Het gezin woont op diverse adressen in Amsterdam. In 1927 verhuizen ze van Kerkstraat 49huis naar Kerkstraat 258 tweehoog. In 1928 betrekken ze Hofmeyrstraat 7, waar ze ruim zes jaar blijven wonen. In augustus 1934 verhuizen ze naar Weesperstraat 125 eenhoog. In datzelfde jaar opent Nathan een eigen brood- en koekbakkerij op Lepelstraat 45huis. Zoon Jozua werkt bij hem in de zaak.
Begin 1937 trouwt dochter Reina en gaat met haar man Mozes Peper op Ruyschstraat 32 eenhoog wonen. Twee maanden later verhuizen Duifje en Nathan samen met Jozua naar de woning onder hen: Ruyschstraat 32huis. Jozua blijft bij hen wonen tot hij in april 1940 trouwt met Judith Veffer, met wie hij in de Vrolikstraat gaat wonen. Een paar weken later vallen Duitse troepen Nederland binnen.
Tijdens de oorlog, in maart 1941, overlijdt Duifje’s oudste broer Josua. Op 19 april 1942 wordt Duifje’s en Nathans kleinkind geboren: Nathan Reinhard, het zoontje van Jozua en Judith. Drie maanden later krijgen Nathan en Duifje een vrijstelling van deportatie (een ‘Sperre’) in verband met Nathans werk in de Broodvoorziening van de Joodse Raad. Reina en Mozes en Jozua en zijn gezin krijgen ook zo'n vrijstelling.
Een klein jaar later, in mei 1943, moet de Joodse Raad het aantal Sperres drastisch verminderen. Zevenduizend Sperres worden ingetrokken, ook die van Duifje, Nathan, Reina en Mozes. Net als vele anderen weigeren ze zich vrijwillig voor deportatie te melden. De nazi’s laten het er niet bij zitten en voeren razzia’s uit. Bij de grote razzia van 20 juni worden Duifje, Nathan, Reina en Mozes opgepakt en samen met nog 5538 Joden direct naar Kamp Westerbork getransporteerd. Op 29 juni worden ze alle vier op transport gesteld naar Sobibor. Direct na aankomst, op 2 juli, worden ze vermoord. Duifje is dan 55 jaar oud.
Zoon Jozua en zijn gezin overleven de oorlog.
Duifje’s zussen en haar broer worden allen gedeporteerd en vermoord door de nazi’s. Ook hun partners, kinderen en kleinkinderen worden in concentratiekampen vermoord. De tweede echtgenote van Duifje’s eerder overleden broer Josua overleeft de oorlog samen met een van hun dochters, en één dochter uit Josua’s eerste huwelijk blijft ook gespaard.