• Wat is het?
  • Over deze website
  • Ontstaansgeschiedenis
  • De Jodenvervolging
  • Hoe kun je meedoen?
  • Stappenplan
  • Te herdenken
  • Wordt herdacht
  • Is herdacht
  • Lokale herdenkingen
  • Plankjes ophalen
  • Archief
  • Contact en colofon
  • Zoek
  • Log in
  • Registreer

Maurits Hildisheim

Geboren: Amsterdam, 28 april 1908
Vermoord: Auschwitz, 31 maart 1944
Bereikte de leeftijd van 35 jaar
Beroep: Venter
Kleine Kattenburgerstraat 168 huis, Amsterdam

Maurits Hildisheim op het Joods Monument

René Hildesheim

Mijn Opa Maurits Hildisheim.

'Hij gaf mij een witte chrysant'

‘Als de sirenes klonken, lag ik met mijn vingers in mijn oren te krijsen’

Lenie Oortwijn (meisjesnaam Helena (Lenie) Hildisheim), dochter van Maurits Hildisheim en Helena Maria Pruijs, was één jaar toen de oorlog begon, maar kan zich nog heel veel herinneren. Merel, Eleena, Yasmin en Hannah (van basisschool De Nautilus) werden meteen na binnenkomst getrakteerd op zelfgemaakte koek en een pakje chocolademelk. Na afloop vroegen de kinderen om het recept van de koek, want die was heel erg lekker.

Hoe wist u dat er oorlog was?
‘Ik sliep slecht en ’s avond laat hoorde ik laarzen langs het huis lopen. De soldaten bleven even staan en toen liepen ze weer door. Ik voelde de angst van mijn ouders. Wij woonden toen in de Kleine Kattenburgerstraat. Mijn vader werkte als bloemenkoopman in Zaandam. Hij was Joods en mijn moeder niet. Bij een straatrazzia is mijn vader weggehaald.

Werd er na de oorlog nog over gesproken?
‘Nee, zo min mogelijk. Je verdrong het allemaal. Ik had nog maar de helft van mijn familie. Van mijn vaders kant is niemand teruggekomen. Er kwam een officiële brief van het Rode Kruis, maar pas veel later lazen wij in de krant – ik was toen een jaar of tien – meer. Een bloemenkoopman waar mijn vader mee bevriend was, vertelde in een artikel dat zijn vriend Maurits Hildesheim in Auschwitz aan tyfus is overleden. Ik heb die bevriende bloemenman een keer ontmoet, maar ver voordat ik dit allemaal wist. Toen ik namelijk net van de middelbare school afkwam, liep ik een keer over het Leidseplein. Toen de bloemenman daar me zag, verstijfde hij helemaal. Hij gaf mij een witte chrysant. Ik heb hem nooit meer gesproken.

 

Door: René

bewerk

  • Deel deze pagina