Aäron Vleeschhouwer

Brigitte Boon-van der Mark

Aäron was een zoon van Izaak Vleeschhouwer (1899-1944, marktkoopman in lederwaren) en Aaltje Orgelist. Hij had een oudere broer David (1924-1945) en een broertje George (1933-1943).

Zijn vader kreeg in de oorlog een functie bij de Joodse Raad en daardoor een Sperre (nummer 96644) voor zichzelf en zijn gezin.

Maar op 24 juli 1943 werden Aäron met zijn ouders en broertje George ingeschreven in Westerbork en ondergebracht in barak 60. Op 16 november 1943 werden zij op transport gesteld naar Auschwitz. Aäron werd met zijn moeder en broertje bij aankomst in Birkenau geselecteerd voor de gaskamers, waar zij 19 november werden vermoord. Zijn vader werd voor "de arbeid" geselecteerd, zijn overlijdensdatum is een geschatte datum, na de oorlog werd de laatste dag van de maand waarin nog iets van de overledene vernomen was als overlijdensdatum aangehouden.

Broer David kwam op 7 mei 1943 in kamp Vught, op 29 mei 1943 werd hij tewerkgesteld in werkkamp Moerdijk, op 16 september 1943 werd hij op transport gesteld naar Westerbork, waar hij op 17 september 1943 werd ingeschreven en ondergebracht in barak 62. Op 25 januari 1944 werd hij op transport gesteld, dat transport ging naar Auschwitz en kwam op 27 januari 1944 aan in Birkenau. Hij heeft als overlijdensdatum 21 januari 1945 gekregen en als overlijdensplaats Midden-Europa, gezien deze datum en plaats is hij waarschijnlijk op 18 januari 1945 op dodenmars gegaan en is onderweg omgekomen.

Bronnen: Amsterdams Stadsarchief (gezinskaart, archiefkaart), Arolsen Archieven (kaart Joodse Raad)