Levie Mendels
Geboren:
Amsterdam,
Vermoord:
Auschwitz,
Bereikte de leeftijd van
57 jaar
Beroep: Koopman
Blasiusstraat 40 II, Amsterdam
Levie was de zoon van Arie Mendels (geboren 15 november 1857 in Lemmer) en Flora Keijzer (geboren 3 mei 1850 in Amsterdam), zij hadden ook nog een tweeling: Abraham en Betje, geboren 17 mei 1890. Het gezin woonde in de Ridderstraat 78, Amsterdam.
Levie woonde op verschillende adressen in Amsterdam. Vòòr de Blasiusstraat 40, waar hij sinds 29 september 1939 woonde, woonde hij onder andere in de Zanddwarsstraat en de Lijnbaansgracht. Op 5-jarige leeftijd verhuisde Levie waarschijnlijk met zijn ouders naar het Friese Lemsterland. Maar later keerde het gezin weer terug naar Amsterdam.
In de Morgenpost van 8 augustus 1901 vinden wij een bericht dat op 28 juni 'een 15-jarige straatjongen, Levie Mendels' werd gearresteerd omdat hij 'een groot aantal gonjezakken van een handkar in de Moddermolensteeg' had gestolen. (De Moddermolensteeg heet tegenwoordig Pentagon, een gonjezak is een van Indische hennep geweven zak, waar men van alles in kon vervoeren.) Levie werd op last van de rechtsbank voor 2 jaar opgenomen in het Rijksopvoedingsgesticht. Daar ging hij tegen in beroep, maar zijn straf bleef ongewijzigd. De krant voegde hier aan toe dat sinds zijn arrestatie 'de dagelijksche strooperijen in de buurt hebben opgehouden.' Deze Levie is hoogstwaarschijnlijk dezelfde als de Levie die in de Blasiusstraat woonde, aangezien er in 1886 geen andere Levie Mendels in Amsterdam werd geboren.
In 1905 werd hij opgeroepen voor militaire dienst, zijn beroep was toen schoenmaker.
In de grootste krant van Java, 'De Locomotief', stond op 31 december 1909 een passagierslijst afgedrukt van de ss. Coen die dan van Batavia vertrokken is naar Padang en Atjeh. Op deze lijst staat ene Levie Mendels vermeld.
Levie had in de jaren 1930 een marktvergunning van de Amsterdamse Dienst Marktwezen voor de verkoop van dekkleden op zondag op Uilenburg.
Op 21 juli 1915 trouwde Levie met Sara Bak, huwelijk is op 17 december 1924 ontbonden.
Het echtpaar kreeg drie zonen: Arie, Lion en Abraham, die eveneens worden herdacht. Evenals zijn tweede vrouw, Judith Eva Mendels-Witteboon, met wie hij op 25 oktober 1939 trouwde.